De beelden van de bevalling op de afrit van de A13 bij Delft op 19 april deden me meteen denken aan de bevalling van Kairi.

 

Ze stond bij de balie van het AZC waar ze woonde op me te wachten. We konden geen tijd verliezen en stapten meteen in mijn auto.

Op weg naar het ziekenhuis kwamen we in een file terecht vanwege een ongeluk dat had plaatsgevonden. We konden niet voor- of achteruit. Ondertussen hoorde ik Kairi benauwd jammeren: ‘Baby, baby.’ Ja, ik begreep ook dat de baby niet zou wachten. Als we niet gauw wegkwamen, zou die in de auto geboren worden. Ik zag een parkeerplek naast de vluchtstrook, zette mijn auto er neer en belde 112 om met spoed een ambulance te sturen.

Kairi ging op de brancard in de ambulance die met politie-escorte naar de spoedeisende hulp snelde. naar het ziekenhuis. Ik zei dat ik de spoedeisende hulp zou bellen, zodat ze haar bij de ingang al konden opvangen.

vroedvrouw Maaike Hattink Bijzondere Bevallingen

 

Toen ik met een rood en bezweet hoofd de verloskamer kwam binnenrennen, zag een stralende Kairi op het verlosbed liggen, met op haar buik onder een warme doek een prachtig meisje. Kairi begon mijn handen te kussen en zei: ‘Dank u, dank u.’ Ik raakte een beetje verward, want ik was immers niet bij haar geweest. Maar ik was erg opgelucht dat het zo goed was afgelopen.

Haar dochter kreeg als naam Menna, vernoemd naar de arts-assistent die in de lift van het ziekenhuis zijn eerste bevalling had gedaan.

Het volledige verhaal van Kairi en Menna staat in Bijzondere Bevallingen, mijn eerste verhalenbundel.