Over de schrijfster

Maaike Hattink was vierentwintig jaar vroedvrouw in haar praktijk De Witte Uil en heeft zo’n twee en een half duizend baby’s ter wereld helpen komen.

In die periode hebben velerlei stagiair(e)s, waaronder toekomstige vroedvrouwen, kraamverzorgsters, huisartsen in opleiding, middelbare scholieren, haptonomen en docenten zwangerschapsbegeleiding, met haar meegelopen en ervaring op kunnen doen in de begeleiding rondom zwangerschap en geboorte.

Na korte tijd in een ziekenhuis te hebben gewerkt heeft ze daarna de opleiding tot haptotherapeute gevolgd om breder te kunnen kijken dan alleen naar het verloskundige aspect in een mensenleven.

De tien daarop volgende jaren was ze therapeute en heeft ze mensen met problemen begeleid. Speciaal mensen met ongewenste kinderloosheid of traumaverwerking rondom geboorte.

Verloskunde bleef echter trekken en in 2015 kon ze via een scholingstraject van de Hogeschool Rotterdam opnieuw haar verloskundigen BIG-registratie halen.

De vele bevallingen die Maaike heeft begeleid hebben voor bijzondere verhalen gezorgd en vele zijn haar bijgebleven.

Maaike is zelf moeder en inmiddels grootmoeder van zes kleinkinderen. Tegenwoordig is Maaike getrouwd en woont ze met haar man in de Achterhoek. Haar oudste kleinkind is onder haar zorg in hun huis geboren.

Dit boekje is een hele kleine greep uit die verhalen, ontstaan door bijzondere personen en omstandigheden. De verhalen zijn echte gebeurtenissen, maar namen en omstandigheden zijn aangepast.

Maaike Hattink

Praktijk De Witte Uil

Start vroedvrouwenpraktijk

In het laatste jaar van mijn opleiding tot vroedvrouw was ik zwanger van mijn tweede kindje. Een leuke, maar erg drukke tijd met stages, afstudeerscriptie schrijven, diensten doen op de polikliniek, de kraamafdeling en weekdiensten op de verloskamers.
Mijn zoon werd thuis geboren en in het kraambed kon ik uitrusten van de bevalling en de drukke periode die ik daarvoor had doorgemaakt.

Een dag na mijn bevalling echter werd ik gebeld door een vroedvrouw van wie de praktijk te groot was geworden. Van een studiegenote had ze gehoord dat ik uit haar praktijkgebied afkomstig was en ze vroeg mij een deel van haar praktijk over te nemen.

Praktijk de witte uil

Dat overviel me

Ik had nog geen examen gedaan. Wat als ik niet zou slagen? Om hoeveel bevallingen zou het gaan en per wanneer zou ze dat dan willen overdragen? Tegelijkertijd leek het me ook erg leuk om in mijn vertrouwde omgeving te kunnen werken. Ik zat vol vragen. Ze klonk als een enig mens aan de telefoon. Ze stelde voor dat ik, zodra ik tijd en gelegenheid had, bij haar langs zou komen en dat we dan verder zouden praten. Ze wenste me verder nog een prettige kraamtijd.

Afspraak

Een paar maanden later belde ik haar op voor een afspraak. ‘Niet te lang blijven hoor’, zei ze toen ik aan de deur stond. ‘Ik ben doodmoe en moet slapen na de hele nacht in touw te zijn geweest’. Mijn voorstel om een ander moment af te spreken wimpelde ze af, want er kon altijd wel weer een bevalling tussendoor komen en ze wilde me graag ontmoeten. Toch een beetje bezwaard, maar met het vaste plan dan goed op de tijd te letten, stapte ik bij haar naar binnen.

Inderdaad was ze een enig mens dat meteen volop en enthousiast over haar praktijk begon te vertellen, kennelijk vergetend dat ze moe was en moest slapen.

Vroedvrouw

Ze vertelde hoe het aantal bevallingen toegenomen was en ze met haar collega het werk nauwelijks meer aan kon. Enkele jaren eerder hadden ze een spreekuur geopend in mijn dorp en waren bevallingen gaan begeleiden. In die tijd deden de huisartsen dat daar nog zelf, maar sinds zij als vroedvrouwen ook waren gaan begeleiden, stopten steeds meer huisartsen met verloskundige zorg. Zo was de praktijk steeds verder gegroeid. Ze wilde graag dat ik het deel van hun praktijk in mijn dorp over zou nemen, zodat de werkdruk voor hun wat minder werd. Ik stemde ermee in en zou starten nadat ik geslaagd was.
Met één vrij weekend in de maand begon ik mijn werk als vroedvrouw. Ik zou dat nog 25 jaar lang, met meer dan 2500 bevallingen, blijven doen.